Oranje Nijlpaard (Genesis Longitude)

Na de gebroken achteras op een trip in Tanzania vond ik het tijd worden voor een Afrika fiets. Eentje met een stevig frame, zonder vering, met gewone snelspanners, lekkere dikke banden en 1000 nokjes om dingen aan vast te maken.

Inmiddels kun je zulke fietsen kopen bij baobab-bikes. Geweldige fietsen ontwikkeld door een van mijn fietsvrienden.

Maar ik wilde toch eens een keer zelf een fiets helemaal opbouwen naar eigen wens. Toen een van mijn fietsvrienden zijn Genesis Longitude frame verkocht heb ik toegeslagen en ben ik die fiets gaan opbouwen met een mix van nieuwe spullen, spullen van marktplaats en spullen uit de rommeldoos.

Door de slechte leverbaarheid van onderdelen zo in de winter 2020/ 2021 kostte dat wel meer moeite dan vooraf gedacht.

Wielen en Banden

Uiteindelijk heb ik ‘m opgebouwd met 27,5’’ wielen met 2.8’’ banden erop. Dat laatste is misschien toch wat dik. Als ze versleten zijn ga ik 2.6’’ proberen.

De gedachte achter dit frame en deze wielmaat is dat ik er altijd wel uitkom als er een wiel stukgaat. In Tanzania ontdekte ik dat er maar een 29’’ wiel in heel het land te vinden was. In deze fiets kan ik zowel 26’’, 27,5’’ als 29’’ wielen kwijt. Met de omvang van de band is het verschil in doorsnede aardig op te vangen.

Inmiddels heb ik voor gebruik op asfalt een tweede wielset met 29’’ velgen. Daarop liggen mooie versleten 2.2’’ MTB banden. Het gladde loopvlak zorgt voor weinig weerstand op het asfalt. De resterende noppen op de schouders van de band zorgen voor wat meer grip op het onverharde.

Kettinglijn

Met die 2.8’’ dikke banden kreeg ik wel problemen met de kettinglijn. Ook met de langste trapas krijg je gauw dat de ketting tegen de band aanloopt als je een dubbel of tripel crankstel wilt gebruiken. Uiteindelijk heb ik een tripel crankstel omgebouwd tot dubbel, waarbij ik alleen de buitenste bevestigingspunten gebruik. Het kleinste blad is daarbij 22 (!) tanden.

Schakelen

Voor lange reizen over onverharde wegen geloof ik in kleine verzetten. Uiteindelijk gebruik je ze allemaal. Maar ook wat grotere verzetten zijn fijn als er eens niet geklommen moet worden.

Fratsen als 1x11 of 1x12 zijn niet handig als je in een of ander Afrikaans land wat moet vervangen. Ik heb gekozen voor 2x10. Dat geeft een flinke range, is niet al te kwetsbaar en is ook nog improviserend aan de praat te krijgen.

Wel gebruik ik een cassette met een flinke range. Zo hoef ik niet vaak te wisselen op het voortandwiel. Omdat cassettes slecht leverbaar waren heb ik er uiteindelijk een samengesteld uit een Suntour en een SRAM. De ketting is van KMC en de derailleur is een simpele Shimano Deore. Mix and match en het schakelt (tot mijn verbazing) perfect!

Remmen

Aanvankelijk had ik de fiets opgebouwd met mechanische schijfremmen van Shimano uit de rommeldoos. Helaas hadden deze beide een andere slag waardoor dat niet echt lekker reed. Toen een setje Avid BB7 remmen in de aanbieding was heb ik die maar gekocht.

De reviews over deze remmen zijn heel wisselend. Sommige vinden ze helemaal niks, andere helemaal geweldig. Ik hoor bij het laatste kamp. Na het goed ontvetten en opschuren van de schijven en het inremmen van de blokken remmen ze goed doseerbaar en heel krachtig. Je moet wel wat harder knijpen dan bij hydraulische remmen. Ik heb de remmen gecombineerd met compression less remkabels van JagWire. In eerste instantie omdat deze zo mooi kleuren bij het frame, maar ik denk dat deze kabels toch veel doen voor het remgedrag.

Nu ik er wat meer kilometers heb opzitten met lange afdalingen en relatief veel bepakking valt me op dat de slijtage van de blokken erg gering is. Ik ben zwaar onder de indruk!

Bar ends

Zoals op elke fiets met een recht stuur zet ik bar ends tussen de handgrepen. Daarmee zit ik minder breed als ik ze beet heb. Dat vind ik fijner en ik vang dan ook minder wind. Da’s fijn, want die dingen heb je meestal beet op de rechtere niet-technische stukken.

Als het erg gaat hobbelen of technisch wordt pak ik juist de handgrepen (en de remmen) beet en zit ik lekker breed voor veel controle.

Drager en bike packing

De fiets is prima geschikt voor bike packing, maar ook voor het monteren van dragers.

Ik heb een achterdrager van Tubus aangepast zodat deze mooi uitkomt op de nokjes en een hele mooie lange buis heeft om de tassen precies op de goede plaats op te hangen. Die setup zie je op de 1e foto op deze pagina.

Voor bike packing is deze fiets ook erg geschikt, mede door de 1000 nokjes. Op verschillende manieren heb ik wat extra pakruimte buiten de standaard stuur- en zadeltas toegevoegd. Tijdens mijn allereerste fietsvakantie in 1992 -ik had toen nog geen geld voor echte fietstassen- had ik gasmaskertassen van de legerdump aan mijn bagagedrager gemaakt. Deze gasmaskertassen heb ik nu (ze zullen dan toch inmiddels wel zo’n 50 jaar oud zijn) omgevormd tot hippe fork packs:

Het nadeel van zoiets is dat de voorkant daardoor erg zwaar wordt. Op asfalt en goed gravelwegen geen probleem, maar bij technische passages met veel duw- en trekwerk niet handig. Daarom heb ik ook nog maar een stel oversized bidonhouders gemonteerd:

De combinatie van de fork packs en oversized bidonhouders geeft meer dan genoeg ruimte om alle fietsvakantiespullen mee te krijgen.

Overigens zie je op bovenstaande foto’s onder de zadeltas nog een beugeltje zitten. Superhandig, deze voorkomt zwieren, zwaaien en slijten van de tas en geeft de mogelijkheid om er nog een zitlap of iets anders onder de tas te stoppen. Dat houdt de tas nog een beetje schoon.

Nog op de verlanglijst

Zo’n recht stuur met ingebouwde bar ends in het midden, verbonden met een buisje staat nog op mijn verlanglijst. Ideaal om vast te houden en de stuurtas extra stevig vast te zetten.